Wij gebruiken de fysische stof Titaandioxide als zonnefilter. Dit legt zich als een fysiek filter op de huid en reflecteert de uv-stralen van de zon als een spiegel. Het is geclassificeerd als een veilig ingrediënt in onze zonproducten, voor zowel onze gezondheid als voor het milieu.
In veel zonbescherming die te koop vind je fysische zonnefilters, maar helaas vind je er nog veel meer met chemische filters. Chemische zonnefilters zijn bewezen schadelijk voor het milieu en worden opgeslagen in het lichaamsvocht en organen (!). Dit in tegenstelling tot de fysieke zonnefilters die óp het huidoppervlak blijven liggen.
In 2019 heeft de FDA (de Amerikaanse Food and Drug Administration) een onderzoek uitgevoerd dat zich specifiek richtte op zonnefilters. Tijdens dit onderzoek werd ontdekt dat de chemische uv-filters nog veel meer in lichaamsvocht en organen wordt opgeslagen dan voorheen werd aangenomen. Er werd ook geconstateerd dat fysieke zonnefilters, zoals titaandioxide en zinkoxide, veilig zijn in gebruik. Lees hier.
Hieronder vind je antwoorden op een aantal van de meest gestelde vragen over zonbescherming!
Wat is het verschil tussen chemische en fysieke zonnefilters?
Op mineralen gebaseerde zonnebrandcrèmes bevatten fysieke uv-filters in de vorm van mineralen. Er zijn hiervan twee soorten – Titaandioxide en Zinkoxide. Beide liggen óp het huidoppervlak en beschermen ons door middel van het reflecteren van de straling van de zon, als kleine spiegels. Klassieke zonnebrandcrèmes bevatten ethylhexylmethoxycinnamaat, isoamyl-P-methoxycinnamaat of octocryleen. Deze chemicaliën zijn bedoeld om te beschermen tegen uv-straling door de huid binnen te dringen en de straling te absorberen.
Hoe werkt de straling van de zon?
Van alle zonnestralen die de aarde bereiken is er slechts 5% ultraviolet. Deze zijn echter ontzettend krachtig en komen in verschillende vormen – uv A, uv B en uv C. Van nature is de ozonlaag de beschermlaag die de schadelijke uv C-straling blokkeert en zorgt dat deze de aarde niet bereiken. Maar als gevolg van milieuvervuiling wordt deze laag steeds dunner en moeten we ons ook tegen uv C-straling beschermen. Uv A- en uv B-stralen worden gezien als de stralen die het ’verst’ reiken. 95% hiervan is uv A. Deze gaat in principe overal doorheen, wolken, smog, ramen en zelfs diep in de huid. De rest bestaat uit uv B-straling die de huid de energie geeft om vitamine D aan te maken en vervolgens melanine, wat voor ons bruine kleurtje zorgt. Je zonnebrandcrème moet bescherming bieden tegen álle ultraviolette stralen maar veel zonnebrandcrèmes bieden echter slechts bescherming tegen uv B. Bescherming tegen uv A is echter minstens zo belangrijk, aangezien deze diep in de zogenaamde lederhuid doordringt zonder dat wij het zelfs maar voelen. Daar worden nieuwe huidcellen geproduceerd, net als elastine en collageen. Wanneer de uv A-stralen tot daar doordringen, wordt de productie van vrije radicalen gestimuleerd, wat na verloop van tijd kan leiden tot vroegtijdige huidveroudering, zonne-eczeem, zonnevlekken en huidkanker.
Welke zonbeschermingsfactor moet ik kiezen?
De SPF (Sun Protection Factor) geeft de hoeveelheid uv-stralen het product tegenhoudt. Er is een enorm verschil tussen SPF 2 en SPF 20, maar daarna is het verschil slechts een paar procent. Daarom zien wij geen reden om in onze producten een SPF-factor hoger dan 20 te gebruiken. Wil je toch een krachtigere zonnebescherming dan kun je ervoor kiezen om het product in meerdere lagen aan te brengen. Hoe meer je van het product gebruikt, hoe dekkender het resultaat is.
Welke zonbeschermingsfactor moet ik gebruiken voor mijn kind?
Fysieke zonnefilters zijn tegenwoordig de enige uv-filters waarvan is aangetoond dat ze veilig zijn voor het lichaam, die worden aanbevolen door dermatologen en die ook bij kinderen kunnen worden gebruikt. Kinderen onder de drie jaar moeten echter de zon helemaal vermijden.